Uitgelicht: Sylvie Cox 2e jaars - Fotograferen met oude lenzen







Gemaakt met een Helios objectief



Vroeger was alles beter

Deze uitspraak heeft iedereen wel eens gehoord. Maar is dat ook zo?
Op het internet zijn diverse artikelen te vinden waarin oude objectieven als beter beschouwd worden als de huidige moderne objectieven. Hier komen vaak ook interessante discussies uit voort. Een nalatenschap heeft ervoor gezorgd dat ik een grote collectie oude fotoapparatuur in mijn bezit kreeg. In deze collectie zaten ook een tweetal digitale Canon spiegelreflexcamera's. Uit nieuwsgierigheid ben ik mij gaan verdiepen in het koppelen tussen de oude objectieven en de moderne digitale spiegelreflex camera's.

Uiterlijk

Het ziet er natuurlijk geweldig uit om een oud objectief op een moderne camera te zien. Het is een niet alledaags beeld als je bijvoorbeeld iemand een foto ziet maken met de aluminium versie van de Jupiter 11 op een moderne digitale spiegelreflex camera gemonteerd.

Prijs

Objectieven zijn de duurste onderdelen van de uitrusting voor de fotograaf. 'Oud glas' is relatief goedkoop te krijgen in vergelijk met een modern objectief. Een beetje fotograaf heeft op zijn minst een 50mm F1.8 prime-objectief in de tas zitten. De prijzen hiervan liggen, afhankelijk van het merk, rond de € 200,-. Een vergelijkbare prime uit de vorige eeuw is al te krijgen voor een fractie van deze prijs, rond de € 20,-! Alleen komt daar in sommige gevallen nog een adapter bij, maar hierover meer in het volgende onderdeel.

Karakter

Oude objectieven hebben ook ieder een eigen karakter. Neem bijvoorbeeld maar eens de Helios 44 serie. Deze hebben een afwijkende brandpuntsafstand van 58mm. Nu is dit niet het speciale van dit objectief, maar het speciale zit eigenlijk in een fout van de optische constructie. De Helios lens is een kopie van de Carl Zeiss Biotar. De fout zorgt ervoor dat de onscherpte (bokeh) in de foto draaiend lijkt te zijn. Leitz Wetzlar (Leica) objectieven hebben bijvoorbeeld een bepaalde gloed over zich heen in de foto's. Carl Zeiss Jena is rijk aan contrast. Zo heeft ieder merk en zelfs ieder type iets aparts.

Diafragma van de Helios 44. foto: motionman

Koppelen van lens en camera

Zoals ik al eerder aangaf zijn er op diverse fora leuke en interessante discussies te volgen. Waar het op neer komt is dat de diverse fabrikanten een eigen standaard hebben ontwikkeld. Om de koppeling te kunnen maken is een beetje technische kennis een noodzaak omdat niet alle merken objectieven op alle bestaande merken van digitale spiegelreflex camera's gemonteerd kunnen worden. Ik heb bewust de systeemcamera's (mirrorless) niet vermeld omdat deze een 'probleem' niet kennen. Maar ik denk dat de onderstaande uitleg dit wel zal verduidelijken.

Flange Focal Distance (FFD)

De FFD wordt in het Nederlands de registerafstand genoemd. Dit is de afstand tussen de achterkant van het objectief en de beeldsensor (of in de analoge tijd met de 35mm film). Ongeveer iedere fabrikant heeft hier zijn eigen keuze in gemaakt. Sommige merken hebben in de loop der jaren ook deze afstand aangepast zoals bijvoorbeeld Canon. De oude serie objectieven uit het FL/FD/nFD tijdperk hebben bijvoorbeeld een FFD van 42mm. De huidige EOS lijn heeft daarentegen een FFD van 44mm. De afstand is duidelijk groter geworden. Ook werd de aansluiting (mount) naar de camera gewijzigd. Meer hierover in het volgende onderdeel.

Nikon heeft dit bijvoorbeeld niet gedaan. De registerafstand en zelfs de mount is vanaf het begin gelijk gebleven. Nikon gebruikers kunnen dus zonder enige aanpassing bijna alle objectieven van de vorige eeuw gebruiken.
Echter kleeft bij Nikon ook een klein nadeel aan dit voordeel. Nikon heeft een register afstand van 46,4 mm. Dit houdt concreet in dat het bijna onmogelijk is om een objectief van een ander merk op een Nikon camera te plaatsen zonder hulp van een correctielens.

Mount

Zoals in het vorige onderdeel al aangegeven is, heeft ieder merk zijn eigen koppeling tussen de camera en het objectief. Canon heeft op een gegeven moment ervoor gekozen om de aansluiting te wijzigen van een zogeheten breechlock naar een bajonetaansluiting. Bij een breechlock aansluiting werd het objectief op de camera geplaatst en alleen de buitenste ring werd gedraaid om de koppeling te zekeren. Hierdoor was het mogelijk om geen wrijving te hebben tussen de beide onderdelen. Bij de bajonetaansluiting glijden de koppelingsvlakken van objectief en camera over elkaar. Nikon maakte van het begin der tijden al gebruik van een bajonetaansluiting. Deze is uiteraard wel afwijkend van de Canon variant. Ook merken als Sigma, Olympus en Minolta hebben hun eigen bajonetkoppeling.
Naast de bajonetkoppelingen is er ook nog een zeer interessante aansluiting, genaamd de M42. Dit is een mount die in de vorige eeuw gebruikt werd door diverse merken en is lange tijd een standaard geweest voor Zeiss Contax en Praktica. Omdat Zeiss gekopieerd werd door de Russische fotografie-industrie is ook deze mount doorgevoerd op camera's en objectieven van bijvoorbeeld Zenit.